toevoegingen in het kort

Gesubsidieerde mediation of gesubsidieerde rechtsbijstand wordt ook wel een toevoeging genoemd. Als u een toevoeging krijgt, betaalt de overheid een deel van de kosten voor de mediator of advocaat. Het andere deel betaalt u dan zelf. Dit is de eigen bijdrage. De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van het inkomen. Hoe lager het inkomen is, hoe minder eigen bijdrage hoeft te worden betaald. Ook het vermogen in box 3 telt mee. De Raad voor Rechtsbijstand vraagt uw inkomen en vermogen op bij de Belastingdienst. De Belastingdienst geeft vervolgens uw inkomen en vermogen van twee jaar geleden door. Uw woonsituatie op het moment van aanvraag toevoeging wordt getoetst door de Raad voor Rechtsbijstand. Als u op het moment van de aanvraag een gezamenlijke huishouding heeft, dan telt het inkomen en vermogen van uw partner van twee jaar geleden ook mee.

Zie voor de hoogte van de eigen bijdrage de website van de Raad voor Rechtsbijstand.

Er zijn drie soorten toevoegingen:

  1. De Mediation toevoeging. Bij mediation proberen twee partijen met hulp van een mediator tot een oplossing te komen. De bedoeling is om er samen uit te komen. Voor meer informatie zie de pagina Wat is mediation?

  2. De Lichte advies toevoeging (LAT). Als uw advocaat uw vraag of probleem binnen drie uur kan oplossen, dan kan de advocaat een lichte advies toevoeging aanvragen. De eigen bijdrage van een LAT is lager dan die van een reguliere toevoeging. In de praktijk wordt weinig gebruik gemaakt van een LAT, omdat vaak meer tijd benodigd is dan 3 uur.

  3. De Reguliere toevoeging. Als uw advocaat meer dan 3 uur nodig heeft om uw vraag te beantwoorden of probleem op te lossen of als een procedure moet worden gestart, dan kan de advocaat een reguliere toevoeging aanvragen.